« Terug naar Browse

Alternanthera brasiliana

Lokale Namen: weti ede1 (Sr), kondolinga (Sa).

Foto 1 van Alternanthera brasiliana

Illus. door: H. Rypkema

Foto 2 van Alternanthera brasiliana

Illus. door: T. van Andel

Categorie: AMARANTHACEAE

Naam Betekenis: 1) withoofdje, naar de bloeiwijze.

Beschrijving

Kruipend of rechtopstaand kruid. Jonge stengel wit behaard, knopen in gesnoerd, rood. Bladeren tegenoverstaand, dun, 4-13 x 1-5,5 cm, voet wigvormig, soms scheef, punt toegespitst; bovenkant schaars behaard, onderkant eerst dicht behaard, later kaler. Bloeiwijze een eind- of okselstandige kluwen, ca. 10 x 7 mm; schutbladen talrijk, dicht wit behaard; bloeisteel zeer kort tot 6 cm lang, aan de top dicht witbehaard. Bloemen wit. Doosvrucht eivormig, met een deksel openspringend. Zaden donker roodbruin.

Details

  • Voorkomen: algemeen, in verstoorde, open vegetatie en langs bosranden.
  • Verspreiding: tropisch Amerika en het Caraïbisch gebied.
  • Domesticatie: wild, sporadisch gecultiveerd door Marrons.
  • Commercieel Gebruik: niet verhandeld.

Toepassing

Alternanthera brasiliana werd slechts éénmaal in gecultiveerde vorm aangetroffen, gezaaid op een erf in het Saramakkaanse dorpje Kapasikele aan de Beneden-Surinamerivier. De bovenstaande beschrijving is gebaseerd op het Surinaamse exemplaar (TvA 4849). De plant wordt ondersteboven gedroogd en later in een kruidenbad verwerkt om baby’s mee te wassen, zodat ze gezond en stevig worden en sneller leren lopen. Vaak worden Marronkinderen met dit soort kruiden baden gewassen vanaf de derde dag na hun geboorte tot het moment dat ze kunnen lopen. Tijdens het bad krijgen ze ook iets van het badwater te drinken. De plant wordt ook in versterkende kruidenbaden voor volwassenen gebruikt. <br><br> De naam ‘kondolinga’ geven Saramaccaners in Brownsweg ook aan Pfaffia glomerata, een sterk gelijkend kruid in dezelfde familie met een iets kleinere, vertakte bloeiwijze. De plant wordt daar in kruidenbaden voor baby’s gebruikt, maar ook in genitale stoombaden na de bevalling (Ruisschaert et al., 2009). De naam ‘weti ede’ wordt ook aan de verwante soort Alternathera sessilis gegeven, een verwante soort met kleiner blad, een zittende bloeiwijze en kruipende stengels die voorkomt als onkruid op akkers in het kustgebied. Van ‘weti ede’ wordt volgens Sedoc (1992) een thee gedronken tegen keelontsteking en jeuk. Gekookt met luisawiwiri (Eclipta prostrata) wordt de thee gedronken tegen witte vloed, en met sopropo wiwiri (Momordica charantia) tegen hoge bloeddruk. Gestampte bladeren met olie worden in de lies gewreven bij opgezette lymfeklieren. Aangezien er nooit een herbariumexemplaar is verzameld bij deze recepten, kan de ‘weti ede’ in deze recepten ook betrekking hebben op Ageratum conyzoides of Cyanthillium cinereum (beiden Asteraceae).

Record Toegevoegd: 2025-03-30 17:13