« Terug naar Browse
Amaranthus dubius Mart. ex Thell.
Lokale Namen: weti/redi krarun (Sr), redi mboa (Sa), marsa (Sarn), bajem (J), witte/rode klaroen, Indische spinazie (SN).

Illus. door: T. van Andel
Categorie: AMARANTHACEAE
Beschrijving
Eenjarig, rechtopstaand kruid, tot 2 m hoog. Stengels groen tot rood, sterk vertakt. Bladeren verspreid, 2,5-9 x 1-6 cm, voet spits tot afgerond, punt zwak uitgerand met een klein, spits puntje; onderkant soms met rode nerven; bladrand iets gekarteld. Bloeiwijze een oksel- of eindstandige, hangen - de aar, tot 25 cm lang, groenig-wit of roodachtig. Bloemen eenslachtig. Vruchtjes droog, met een deksel openspringend. Zaad 1, klein, donker roodbruin.Details
- Voorkomen: algemeen, in tuinen en verstoorde vegetatie.
- Verspreiding: van origine Zuid-Amerikaans, nu een pantropisch onkruid.
- Domesticatie: wild, soms gekweekt als bladgroente, snel verwilderend.
- Commercieel Gebruik: soms verkocht op groentenkramen in Paramaribo, in Nederland alleen in gespecialiseerde Surinaamse kruidenwinkels.
Toepassing
De jonge bladeren van deze plant eet men vooral als groente. Ze worden aanbe volen bij bloedarmoede (Stephen, 1986). Een kompres (‘tap dresie’) van fijngemaakte of iets verwarmde bladeren wordt met zeep op steen puisten gelegd, of vermengd met kokosolie, op gebroken ledematen aangebracht. Saramac caners smeren het gezicht en de han den van kleine kinderen met deze bladeren in om hun gezondheid te bevorderen. Het blad wordt soms in kruidenbaden gebruikt voor apuku rituelen of een krin skin wasi (geluksbad). De klaroen die in Suriname en Nederland het meest als groente wordt verkocht is de veel kleinere pikin of fini klarun (Amaranthus blitum), met vaak een uitgerande bladpunt. Deze soort, door de Saramaccaners ‘pikin mboa’ genoemd, wordt in kruidenbaden verwerkt tegen ogri ai, fyofyo en boze geesten op de kostgrond, en in rituelen gebruikt rondom de apuku, ingi en papa winti’s.Record Toegevoegd: 2025-03-30 17:15