« Terug naar Browse

Crinum erubescens L.f. ex Aiton.

Lokale Namen: gadolaw1 (Sr), makwaka (Ar), muulà (Ca), akomú lábu2 (Sa), waterlelie (SN).

Foto 1 van Crinum erubescens L.f. ex Aiton.

Illus. door: W. Hekking

Foto 2 van Crinum erubescens L.f. ex Aiton.

Illus. door: C. van der Hoeven

Categorie: AMARYLLIDACEAE

Naam Betekenis: 1) God is gek; 2) staart van een (sidder-?) aal of waterslang.

Beschrijving

Overblijvend kruid met bol. Bladeren grondstandig, vlezig, tot 100 x 6 cm, voet stengelomvattend, punt spits. Bloeiwijze een lange steel en een eindelings scherm om geven door twee schutbladen. Bloemen 3-6, buisvormig, bloemdekbladeren van buiten rood, van binnen wit, helmdraden rood. Doos vrucht groen, rond, tot 7 cm lang. Zaden 2-4, onregelmatig van vorm, ca. 5 cm lang.

Details

  • Voorkomen: af en toe voorkomend in kustmoerassen en langs rivieren.
  • Verspreiding: tropisch Amerika, elders geïntro duceerd als sierplant.
  • Domesticatie: wild, soms gecultiveerd als sierplant.
  • Commercieel Gebruik: de knol werd eenmaal op de markt in Paramaribo aangetroffen.

Toepassing

Volgens een Caribisch Indiaanse uit Bigis ton (Marowijne) werd de ui-vormige knol van deze plant in kleine stukjes gehakt en met limoen (Citrus aurantifolium) en koud water tot een krui - den bad verwerkt. Mensen die zich slecht voelden en koorts hadden, moesten zich ermee baden, het zou goed zijn voor iemand’s ziel (‘yeye’). Het kruiden bad moest echter niet te vaak worden gebruikt. Heyde (1987: 89) heeft het over ‘akomoe laboe’, een ‘witte lelie in het bos in de binnenlanden gebruikt bij kruidenbaden’, zonder verdere details te geven. Het betreft hier mogelijk Crinum erubescens of Hymenocallis tubiflora. In Noordwest Guyana wordt de geraspte knol met water en zout gemengd en ingenomen bij galstoornissen. Het mengsel is sterk laxerend en zorgt ervoor dat de patiënt heftig gaat braken. Volgens Guyanese Ara waks was dit ook de bedoeling, zodat het lichaam gereinigd werd (Van Andel, 2000). <br><br> Het is bekend dat Crinum knollen giftig zijn en consumptie ervan kan leiden tot buikkrampen, diarree en overgeven (Nelson et al., 2007). Het is mogelijk dat C. erubescens in het verleden ook in Suriname op dergelijke wijze werd gebruikt. De naam ‘gado law’ (‘God is gek’) verwijst wellicht naar een heftig winti ritueel waarbij deze knol wordt geconsumeerd, maar het recept hebben we niet kunnen achter halen.

Record Toegevoegd: 2025-04-05 12:13